Intrac redde het uiteindelijk ook niet

In de loop der jaren hebben tal van fabrikanten geprobeerd het traditionele concept van een trekker te doorbreken. Een groot succes zijn die werktuigendragers en systeemtrekkers of hoe ze ook werden genoemd, echter nooit geworden. Ook de Deutz Intrac, die in 1972 op de markt kwam, heeft het uiteindelijk niet gered. En dat terwijl de Intrac op het eerste gezicht een heel praktisch vehikel leek te zijn, dat voorzien was van vierwielaandrijving, fronthefinrichting en frontaftakas. Allemaal zaken waar in die tijd (begin jaren zeventig) juist veel vraag naar was. De Intrac was bovendien uitgerust met een geluidsarme cabine met veel glas en gepositioneerd op een plek van waaruit de bestuurder uitstekend zicht had op zijn omgeving, zowel voor en achter als opzij.
Een van de redenen waarom de Intrac van begin af aan moeite had om de harten van de boeren te veroveren was zijn prijs. Hij was namelijk een stuk duurder dan een qua vermogen vergelijkbare gewone trekker. Wat hem ook niet in de kaart speelde, was dat vrij snel na de introductie van de Intrac veel ‘gewone’ trekkers af fabriek ook leverbaar werden met vierwielaandrijving, fronthef en -aftakas alsmede een geluidsarme cabine. Toch is de Intrac nog tot 1990 in productie gebleven.
Tekst: Jan van Zuilen
Bron: Trekkerweb