'SmartFold': het opklapmechanisme voor gedragen zwadrooiers, waarvoor patent is aangevraagd

Tot op de dag van vandaag worden in grote delen van de wereld aardappelen machinaal uit de grond gerooid en vervolgens met de hand geraapt. Hiervoor worden eenvoudige gedragen tweerijige zwadrooiers met doorgaande schaarplaten gebruikt. Het reinigen gebeurt doorgaans met een korte zeefband en een daaropvolgende mechanische trilrekken. De machines worden i.c.m. trekkers in de pk-klasse van ca. 40 tot 70 pk ingezet. In de praktijk resulteert deze methode in 5 - 20 procent oogstverliezen door gemorste knollen.

Grimme presenteert op de Agritechnica, als onderdeel van de joint venture met de Indiase fabrikant Shaktiman, de nieuwe SGRW 200 gedragen voorraadrooier met opklapbaar tweede zeefband voor een efficiëntere aardappeloogst.

De tweerijige, in de driepunt gedragen machine beschikt over de voor Europa standaard rooischaar, die alleen het knollennest in de rij rooit en daarmee beduidend minder grond in de machine voert. In het bijzonder grote, harde grondkluiten, die zich overwegend in de onderkant van de rug bevinden, worden niet opgerooid. De diepteregeling van de scharen gaat m.b.v. diabolorollen, die de korst op de bovenkant van de rug opbreekt. Elk twee loofschijven per rij zorgen voor verstoppingsvrij rooien.

De innovatie van de opklapbare tweede zeefband

Nieuw is de voor het patent aangemelde, hydraulische opklapmechanisme voor de tweede zeefband. Dankzij 'SmartFold' kan het zwaartepunt van de machine op de kopakker respectievelijk op de weg naar voren verlegd worden. De nieuwe voorraadrooier met twee productvriendelijke zeefbanden vraagt minder hefvermogen en maakt het daarmee mogelijk om trekkers te gebruiken met een vermogensklasse vanaf 50 pk.

Op het veld profiteert de teler van een duidelijk verbeterde reiniging van grond en kluiten. Optioneel is voor de machine een aandrukrol verkrijgbaar, die de bodem na het rooien van de aardappelen aandrukt en een vlakke bovenkant achterlaat. Hierdoor wordt gegarandeerd dat 100 procent van de aardappelen op een goed zichtbare plaats worden afgelegd. De hierboven beschreven mogelijke oogstverliezen worden volledig vermeden.